Op 1 september heb ik een schakelaar omgezet. Na 25 jaar docent in het voortgezet onderwijs ben ik weer gaan studeren. Het is de bedoeling dat ik over 2 jaar een bevoegd muziekdocent bent. In de tussentijd ga ik me zowel persoonlijk als pedagogisch-didactisch verder ontwikkelen. Tenminste, dat is de bedoeling.
Gisteren, 12 september, was de eerste complete studiedag in het kader van de opleiding Docent Muziek aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Voordat ik iets vertel over deze eerste studiedag, wil ik heel graag iets kwijt aan de staf van de afdeling Educatie. Het is indrukwekkend hoe 'men' - namen noemen we niet in een blog - zich uitslooft om elke student datgene te bieden dat aansluit bij de al bestaande competenties binnen de facilitaiere mogelijkheden van een flinke organisatie als het Koninklijk Conservatorium. Proficiat!
Met evenveel enthousiasme kijk ik terug op de eerste 'zangles' die ik had bij Natasza - toch een naam..., maar met ere! Het was absoluut professioneel zoals zij, na mijn stem enkele seconden gehoord te hebben aan de voordeur, direct focuste op de verdere ontwikkeling van zowel mijn stem als de vaardigheden om tieners te coachen in het zingen. Dit was simpel 'impressive'.
Maar laat ik nu ook snel tot mijn punt komen. Een column is nu eenmaal niet bedoeld om alleen maar mensen in het zonnetje te zetten. Ik wil met dit stukje ook graag iets toevoegen, niet omdat ik na 25 jaar docent precies zou weten hoe alles moet, maar zeker wel omdat een docent in het voortgezet onderwijs jonge mensen niet alleen moet stimuleren tot individuele expressie, maar ook tot maatschappelijke betrokkenheid. Dat is overigens mijn mening.
De laatste les op deze memorabele maandag ging feitelijk over het doel van de muziekles anno 2016. De docent gaf een historisch overzicht van de visies op het vak muziek vanaf de jaren vijftig en bevroeg ons daarbij over het 'ijzeren repertoire' dat enkele tientallen jaren geleden gebruikt werd om tieners te overtuigen van de waarde van klassieke muziek. Diverse mede-cursisten haakten eerder af dan ik verwacht had...
Tijdens deze uiteenzetting bekroop mij de vraag welk vormend doel het muziekonderwijs anno 2016 nog zou moeten hebben. Moeten we ons in het muziekonderwijs tegenwoordig alleen focussen op speelplezier - op zich een respectabel doel! Staat culturele vorming echt helemaal buiten de scoop van het vak muziek? Of zouden we toch moeten concluderen dat ook het vak muziek een bijdrage zou moeten leveren aan de zogenaamde burgerschapsvorming?
Dit is een vraag die de identiteit van het voortgezet onderwijs raakt. En ik ben er persoonlijk van overtuigt dat dit los staat van een al dan niet expliciete identiteit van de school waar je muziekdocent bent. De cruciale vraag is of je bereid bent te accepteren dat jouw muziekles bijdraagt aan de vorming van tieners tot sociale mensen die een opbouwende rol spelen in de Nederlandse samenleving anno nu.
Tja, en dan is er een groot probleem als je geen idee hebt hoe muziek en een actieve ontwikkeling van onze samenleving gecombineerd zouden kunnen worden. Mensen die mij kennen zullen er niet van opkijken dat ik daar graag een link leg naar de christelijke wortels van de Nederlandse cultuur.